Oorlogsgetuige
Lammert v.d. Meulen
Mijn vader was net uit dienst toen de oorlog begon en hij weer werd opgeroepen.Hij werd ingedeeld bij de Stoottroepen. Iedereen was vreemd voor hem, maar hij was in zijn nopjes dat zijn beste vriend uit de diensttijd heel toevallig ook bij hem was ingedeeld, een houvast voor beiden. Bij gevechten op de Grebbeberg werd zijn vriend op slechts 10 meter afstand voor zijn ogen letterlijk aan flarden geschoten. De aalmoezenier nam mijn vader mee, hij kreeg een slaappil. De volgende ochtend voor het appel stond hij op en iedereen keek met grote verbaasde ogen naar hem. Toen hij bij de spiegel kwam zag hij dat hij die nacht zijn gitzwarte haardos in een klap spierwit was geworden. Een ander verhaal is dat hij eens thuis was en het opeens tot hem doordrong, dat het oranje dingetje wat hij op straat had zien liggen op weg naar huis, wel eens een sinaasappelschilletje zou kunnen zijn. Het was al laat, maar hij fietste de route terug, 30 km.! met een zaklamp om de plek af te zoeken. Hij heeft het schilletje gevonden. 2 x 3 cm, maar met iedere dag een puntje eraf en op de tong laten liggen was dat snoepgoed voor een paar weken!
Bij de stoottroepen moest hij regelmatig prins bernard vervoeren. Hem werd alle hulp beloofd bij het oppikken van het priveleven na de oorlog. Toen hij een bedrijfje wilde opstarten, kreeg hij (ondanks al zijn vakkennis) de papieren niet. Toen hij na de oorlog een medaille kreeg voor zijn verdiensten, heeft hij die per ommegaande teruggestuurd: “geen interesse”. Hij heeft heel veel meegemaakt in de oorlog, vertelde er zelden over, maar 2 dingen heeft hij in zijn hele leven nooit overgeslagen: kijken naar de klok op de grebbeberg op dodenherdenking, en 1x per jaar even in zijn eentje een uurtje naar het kerkhof in Margraten.