Oorlogsgetuige
Bertha
Ook een verhaal met een humoristisch tintje: op de hoek waar nu het politiebureau in hoensbroek staat, was in de oorlog een cafe met het huis van de schoenmaker ernaast, en het boerderijtje van mijn opa en oma. Als er luchtalarm was, ging iedereen naar de schuilkelder van de schoenmaker. Mijn moeder (toen een kind van 10 jaar) vertelde dat iedereen dan altijd heel erg bang was en dat ze daarom allemaal op de grond gingen zitten met het gezicht richting schoenmaker. Want als deze goede man opstond en zei : “ik geloof dat ik moet poepen” , juichte iedereen, want dan wisten ze dat het voorbij was!! De man voelde dat feilloos aan, want dan was het inderdaad ook echt voorbij.